1. Over een tekstsociologische methodologie van geschiedlezing. Kennis en Methode, 1986, X (4), 331-347.

2. Over de methodologie van beschrijving en interpretatie in Eliaans historisch-sociologisch onderzoek. Amsterdams Sociologisch Tijdschrift, 1989, 16 (1), 70-88.

3. Antwoorden op open interview-vragen als lezingen. Kennis en Methode, 1990, XIV (6), 183-197.

4. De stille kracht van een goede NWO-aanvraag. Sociodrome, 1991,1,12-14. 

5. `Eén-mens-projecten'. Discorsi, 1995, 28 (5), 22-23.

6. `Response work': approaching answers to open interviews as readings. Qualitative Inquiry, 1997, 3 (2), 169-187.

7. De diversiteit in sociologie-opleidingen; het vak van de onherkenbare socioloog. Facta, 1997, 5 (2), 22-24.

8. Naturalisering in verklarend en historiserend sociologisch onderzoek. Mens & Maatschappij, 1998, 73 (1), 47-61.

9. Over de dominantie van `methodologie' in de Nederlandse kwalitatieve sociologie. KWALON - Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek in Nederland, 1998, 3 (7), 4-7.

10. Nog eens over `de dominantie van de methdologie in de Nederlandse kwalitatieve sociologie'. KWALON - Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek in Nederland, 1998, 3 (9), 26-29.

11. `Openheid' en datakwaliteit in kwalitatief sociologisch onderzoek. KWALON - Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek in Nederland, 1999, 4, (10), 3-9.

12. Over de methodologie van de interpreterende onderzoeker. Kwalon, 2002, 7,  2, 3-11.

13. Dronkers en Schuyt en `ervaring’ in de Nederlandse sociologie. Mens & Maatschappij, 204, 78 (4), 404-407.

14. Levensverhalen als data in sociologisch onderzoek. In: E. Bohlmeijer, L. Mies en G. Westerhof (red.), De betekenis van levensverhalen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2007,145-158.